‘Zoekt de Eeuwige, terwijl Hij zich laat vinden, roept Hem, terwijl hij nabij is. Laat de kwade zijn weg verlaten, de ongerechtige zijn gedachte’ (Jes. 55:6-7)
Rosj Hasjanah, dat letterlijk betekent ‘hoofd van het jaar’ is het Joodse Nieuwjaarsfeest. Het is het eerste van de ‘Hoge Feestdagen’ of ‘Ontzagwekkende dagen’. Gedurende deze dagen staat de menselijke inkeer en de bezinning op zijn daden en handelen centraal.In de Joodse traditie begint het nieuwjaar in de herfst, wanneer de natuur op het punt staat af te sterven. Juist dan wordt de hoop opeen nieuw leven en een nieuw begin tot uiting gebracht.. Omdat de maanden in het Joodse jaar getelt worden vanaf de lente, de Uittocht uit Egypte, valt nieuwjaar in de zevende maand.
Op de vooravond wordt de feestdag thuis ingewijd met het ontsteken van twee kaarsen. Net als op Sjabbat worden er twee broden gezegend. Maar alleen deze avond zijn deze galles niet recht maar rond. Dit symboliseert de oneindige cyclus van het leven en de cyclus van het jaar. Na het einde is er weer een nieuw begin.De galle wordt niet met zout bestrooid zoals op sjabbat, maar in honing gedompeld. Ook een zoete appel wordt gegeten nadat deze in honing is gedompeld onder het uitspreken van de wens: ‘moge het een goed en zoet nieuwjaar zijn.
Tijdens de dienst op Rosj Hasjana wordt de sjofar, de ramshoorn geblazen. Je kan het niet jong genoeg oefenen!